Onderhandelaars van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten hebben een akkoord bereikt over de invoering van een coronacertificaat.
Het certificaat wordt ingevoerd vanaf 1 juli.
Het akkoord gaat alleen over de informatie die het certificaat zal bevatten, niet over de reisvoorwaarden, die nog altijd door de verschillende lidstaten zelf kunnen worden opgelegd.
Met een coronacertificaat moet je deze zomer gemakkelijker kunnen reizen binnen de Europese Unie.
Het document vermeldt of je gevaccineerd bent, tijdelijk immuun bent omdat je de voorbije zes maanden besmet bent geraakt of een negatieve test (niet ouder dan 72 uur) hebt afgelegd.
Bij vaccinatie vermeldt het certificaat hoeveel prikken je hebt gekregen (de lidstaten beslissen of ze reizigers al dan niet toelaten die maar één vaccinprik hebben gekregen).
De lidstaten moeten de vaccins aanvaarden die door het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA zijn goedgekeurd: Pfizer/BioNTech, Moderna, AstraZeneca en Johnson&Johnson.
Het document kan een QR-code op je smartphone zijn of een papieren document.
Een PCR-test voor wie op reis wil, zal niet gratis worden (zoals het Europees Parlement had gevraagd).
De Europese Commissie trekt 100 miljoen euro uit om de tests betaalbaar te houden, vooral voor wie regelmatig de grens over moet (om te werken of naar school te gaan, bvb.). Indien nodig kan er nog een tweede enveloppe van 100 miljoen worden vrijgemaakt.
Het zogenoemde EU Digital Covid Certificate wordt ingevoerd vanaf 1 juli voor een periode van 12 maanden.
In principe kunnen lidstaten nog altijd zelf bijkomende beperkingen (quarantaine, zelfisolatie of bijkomende tests) opleggen, al is het niet de bedoeling dat dit gebeurt.
De tekst moet nu nog definitief worden goedgekeurd door de lidstaten en door het Europees Parlement. Dat laatste zal gebeuren tussen 7 en 10 juni. (VRTNWS)